dinsdag 5 december 2017

Status

Graag wil ik even jullie aandacht voor Sinterklaas. Ik ben in mijn lessen namelijk aangekomen bij een essentieel onderdeel van de Clown: ‘Status’. Sinterklaas heeft wat mij betreft heel wat meer met clownerie te maken dan je waarschijnlijk zult denken. Hij is de personificatie van de vriendelijke hoge status. De meester van zijn knecht.
Piet darentegen, is misschien wel het beste voorbeeld van een lage status: ‘Die domme Piet’. Hij die Sinterklaas altijd zal gehoorzamen, behalve als de oude man even niet kijkt, dan snoept die stoute Piet uit de zak of friemelt hij het kadootje open van een kind uit de zaal. Piet, heeft eerder dan Sinterklaas, veel gelijkenissen met de clown. Een goed gespeelde Piet, is wat mij betreft al snel een clown.
Sint en Piet. Ze kunnen niet zonder elkaar bestaan. De een bestaat bij de gratie van de ander. Zonder elkaar stelt de belangrijkheid van Sinterklaas niets voor en is Piet niet dom genoeg. Statusspel in drama is misschien wel het belangrijkste element om dramatische hoogtepunten te bereiken in theater.  Statusspel is mijn lieveling. Ik herinner mij nog goed de allereerste keer dat ik statusles kreeg van Marihuela Belt tijdens een van mijn eerste improvisatie lessen jaren geleden. De ervaringen van toen, lieten diepe sporen na. Daar tijdens die lessen zijn waarschijnlijk mijn eerste clownscellen geactiveerd, zal ik maar zeggen. Mijn ten uitvoer gebrachtte hoge status bleef toen nog hangen in een onvriendelijke hoge status, waarbij ik associatie had met alle boze stiefmoeders en gemene koninginnen uit de sprookjes die ik kende. De vriendelijke hoge status was toen nog niet aan mijn horizon verschenen. Ik moest nog wat oefenen. De lage status werd zeer onderdanig door mij uitgevoerd. De opdrachten werden keurig door mijn knechterigheid gedaan maar het echte plezier ontbrak. Dat kwam later en daarmee verscheen mijn speelplezier én bijbehorende speelruimte. Status oefeningen leggen een hoop van jezelf bloot. Je kunt door te spelen met status, ontdekken dat je met gemak een hoge status met flinke commando’s bij jezelf naar boven tovert, of je voelt een woede aanval of scheldpartij naar boven borrelen wanneer je in volle overgave een lied moet zingen voor je meester. Weerstand kom je in beide statussen al snel tegen. Hoe vertaal je dat naar overgave? Hoe krijg je het plezier erbij? Toen ontdekte ik de truck! Is Sinterklaas ook een clown? Ik denk het eerlijk gezegd wel. Een witte clown. Sinterklaas komt ook regelmatig in genante mislukkingen terrecht, alleen geeft ie altijd zijn knecht, zij het op vriendelijke toon, de schuld. Sinterklaas die wat mij betreft altijd in een vriendelijke hoge status moet worden uitgevoerd, heeft veel overeenkomsten met de witte clown. Hij is de aangever van het theatrale duo ‘Sint & Piet’. 

Samen met zijn met Piet zijn ze altijd een stevige verschijning. Sinterklaas heeft iets majestueus. Kleine schlemielige klazen zijn niet de bedoeling, ze dwingen niks af en nemen je zelden mee in de illusie van het spel. (let maar op, kleine klazen worden al snel uitgelachen...) ook moet een juiste Klaas wat op leeftijd zijn. Een goede heiligman heeft bovendien geen bril nodig. Zijn ogen hebben nog zeer scherpe kijk op de wereld en zien dwars door je heen. Daarbij zou zijn de statusspel onmiddellijk verlagen wanneer zijn bril scheef op zijn neus staat en Sinterklaas hem zo nu en dan recht zou moeten zetten. Zijn charisma maakt dat je al snel een liedje voor hem zingt. Op schoot moet je overigens niet willen. Logisch. Bij onze koning klim je ook niet zomaar opschoot. De echte Sinterklaas zal je daarom nooit vragen om bij hem op schoot te komen, tenzij je nog zó klein bent, dat je er sowieso niets over te zeggen hebt.
 
Je begrijpt, in het Sinterklaas- en Pieten-spel zie ik ook liever geen status wissel. Dat zou gênant zijn. Breng Sinterklaas daarom niet in erbarmelijke omstandigheden, ik bedoel, laat Sint Nicolaas nooit aankomen op een motor, step of met een plantsoenendienst wagentje. Een kruiwagen gevuld met Sint, geduwd door Piet is wel het ergste wat ik kan bedenken. Nee, Sinterklaas is ten alle tijden een hoogwaardigheidsbekleder. Hij schrijdt over de stoep en wuift bedeesd met zijn ene hand terwijl hij zijn staf stevig in de andere houdt. Piet loopt altijd een half pasje achter hem, en draagt zijn zware boek. Arriveren op een paard mag Sinterklaas dan weer dan weer wel, mits de Sinterklaas een goede ruiter is. Paard en Klaas mogen namelijk niet vallen, daar kan feitelijk niemand om lachen, dat zou pas echt het hele feest verpesten. Dat laatste brengt me dan weer bij Jacques lecoq, die bedacht dat de val van ‘echte’ waardigheid, immers nooit om te lachen is.
Fijn Sinterklaasfeest!

maandag 21 november 2016

“Hoe maak je mensen aan het lachen?”



Voor mij de hamvraag van hét leven, dé gouden formule. Als ik deze vraag succesvol kan beantwoorden voorzie ik mijzelf van rijkdom, want wie geluk wil oogsten, moet humor zaaien.
Laten we deze code eens kraken: wat is de komische formule?

“Het geheim van humor is verrassing”, zegt Aristoteles. “Gevoel voor humor begint bij gevoel voor verdriet”,  schrijft Toon Hermans en Godfried Bomans spreekt ook over humor alsof het “overwonnen droefheid” is.
Jango Edwards heeft zelfs dertig komische formules bedacht en presenteerde deze ‘Comic Formula’s’ in december 2010, op het podium van STUDIO •A•A•P•. Ik heb zijn lijstje inmiddels stevig in mijn bezit en ik moet toegeven dat ze heel bruikbaar zijn. https://www.youtube.com/watch?v=el2olj52IbE

Jos Houben is zelfs nog iets verder gegaan in het onderzoek naar de lach. Als een ware alchemist maakt hij in zijn show: ‘The art of laughter’, van vallen en opstaan slapstick en legt uit waaróm. Hij neemt zijn publiek mee in zijn onderzoek naar de lach. Jos weet precies wanneer de lach verschijnt en hij bewijst dat door het te demonstreren. Bij zijn eerste struikel lacht niemand. vervolgens kondigt hij aan dat er straks wel gelachen gaat worden. Jos struikelt opnieuw maar kijkt nu héél even met een angstige blik over zijn schouder het publiek in en... inderdaad, iedereen lacht. Daarna legt hij, haast wetenschappelijk uit, dat we lachen om de schaamte: een speciale vorm van pijn die iedereen herkent. https://www.youtube.com/watch?v=JT1SQ5n5lYg

Zelf knutsel ik al jaren, met de hulp van mijn respectabele hoogleraren in de lachkunst, mijn eigen komische formule in elkaar om deze op een dag, ook aan jullie te kunnen presenteren. Ondanks dat ik inmiddels weet dat optimisme slecht is voor humor, blijf ik opgewekt in mijn zoektocht en... ik ben er bijna! De afgelopen weken heb ik vier spliksplinter nieuwe elementen ter bevordering van de komische formule uitgevonden. Vanmorgen onder de douche bedacht ik daar nog een paar hele praktische bij, die bovendien voor iedereen bruikbaar zijn. Gewoon de formule uit het hoofd leren, op pad gaan en toepassen. (…of is humor trachten te definiëren juist één van de definities van humor?)
Voor wie het weet, help mij met een antwoord vinden op de volgende vraag:  “Hoe maak je mensen aan het lachen?”

(Het werklab III, 11 december 2016: The performing clown; Find the comic formula)

dinsdag 25 oktober 2016

Tijd om op te voeden



Ik doe als clownsdocent een dringend beroep op de 'volwassenheid' van de clown. Ik ben klaar met de verering van het kind in zijn algemeen, in onszelf, in de clown. Ik stop met luisteren naar de eenzijdige verhalen over het kind welke alleen maar puur, adembenemend, vrij, zorgeloos, speels, lief en in een voortdurende staat van verwondering zou zijn. Het beeld van dit geliefde kind begint zo langzamerhand monsterlijke vormen aan te nemen.
Ik zie dat grote mensen in staat zijn om de spelende volwassene (lees: de clown) te vervormen tot een grote infantiele kleuter waarbij de grown-up niet meer mee mag spelen. We hebben jaren lang ons best gedaan om groot, fatsoenlijk, slim en aangepast te worden. Deze ontwikkelde grootheid mag óók meespelen als we een rode neus opzetten. Zoals het kind niet kan bestaan zonder de volwassene, kan de clown niet verschijnen zonder zijn regisseur. Het wordt daarom hoog tijd voor zelfopvoeding.

Ik doe een beroep op jullie, lieve mooie en volledig complete mensen van mijn clownslessen. Neem vanaf nu, álles mee wat je hebt. Je hele hebben en houwen, alles wat je TOEN was, NU bent of OOIT nog zou willen worden. Sta er eens bij stil dat je uit tijd bestaat. Je draag al het verleden, al het heden en zelfs de hele toekomst die nog komen gaat voortdurend met je mee. Je hebt jezelf met de hulp van anderen, met grote zorgvuldigheid precies gemaakt tot wie je nu bent. Elk jaar, elk seizoen, iedere maand, ieder uur en elke seconde speelden ooit volwaardig mee met de vorming van jouw eigenste 'zelf' en kijk eens aan, je bent precies geworden wie je wezen moet.
Laten we het kind, wat je ooit ook was, nu eens écht serieus nemen. Doe de studie van het spelen, ontdek de clown. Dit is je kans om je eigen kind door je eigen volwassenheid op te laten voeden, precies hoe jij het zou willen, naar eigen smaak en behoefte. Geef jouw kind, zijn of haar, eerlijke volwaardige gevoelens en gedachten terug. Luister met je vaderlijke oren, moederlijke empathie en volwassen zorgzaamheid naar je eigen kind. Speel als gelijkwaardige spelers. Maak de speelruimte veilig en gevaarlijk tegelijkertijd. Moedig je kind aan om vrij te komen en rem het af waar nodig. Geef het kind ruimte om te gaan en de volwassene vertrouwen. Speel met de overeenkomsten én met de verschillen. Vind de harmonie en vermaak je met de disharmonie. Geniet van de gevonden paradoxen tussen groot en klein. Volg daarbij je impulsen en beperk jezelf tegelijkertijd met discipline.

Dat doet me denken aan een maskerworkshop van Steve Jarand en Keith Johnstone. Op het moment dat  ‘de maskers’ zich buitensporig gingen gedragen, riep de man enthousiast:
“Yes, yes, that’s it, now they only need to be educated”!!

zondag 23 oktober 2016

Ik vraag mij af... (2)



Eerste les opvolgers, woensdagavond.
Groot applaus ontvangen laat bij de deelnemers van mijn clownslessen altijd allerlei reacties zien. Sommige reacties zijn emotioneel. Menselijke reacties, zoals huilen, worden aangedreven door hun emotie. Een emotie ontstaat op de plaats waar verstand en lichaam elkaar ontmoeten en is de reactie van het lichaam op het verstand. Emoties zijn vaak alles bepalend maar de ervaring leert. Ik krijg nieuwe inzichten. Ik begin me bijvoorbeeld steeds vaker af te vragen of clowns eigenlijk wel emoties hebben...

Ik doe een spannende uitspraak: Laten we aannemen dat de clown geen emoties kent, tenminste, niet op de manier zoals wij, mensen ze kennen, doen en vormgeven. Toch herkennen we in het spel van de clown, emoties. Hoe zit dat dan?
Clowns herkennen de geluiden en bewegingen die bij de emotie hóren. De clown laat eigenlijk een waar geworden imitatie van de emotie zien. Met andere woorden: zijn lijf doét de emotie, maar hij ís zijn emotie niet. Daarbij weet een clown de expressie van de emotie zo 'waar' te maken dat het publiek hem gelooft en meeleeft alsof de emotie echt is en van dát moment. Anders gezegd, het is alsof de clown met zijn spel de emotie leegt en ontdoet van de psychologie die bij de mens vandaan komt. Hij laat daarbij de uiterlijke kenmerken van de volledig emotie bestaan door de emotie fysiek expressie te geven. De emotie is nu licht geworden. Conclusie: clowswerk is lichaamswerk. De clown manifesteert zich in het lijf.

Maar...
Om de emotie te kunnen uithollen, moet je als mens wel degelijk opzoek gaan naar je eigen emoties en weten waneer ze zich manifesteren en tevoorschijn komen. Je moet bovendien weten welke gedachte ze aanstuurt. Wanneer je een emotie denkt te ‘voelen’, start je het onderzoek in het lijf. Waar manifesteert de emotie zich in het lichaam en wát is voelbaar? Voel je gespannen schouders, een kloppend hart, bibberknieëen, kramp in je buik of hoor je je eigen overslaande stem? Heb je iets gevonden, Bingo!  Nu is het de kunst om deze lijfelijke sensatie toestemming te geven om te mogen blijven, graag zelfs! Elke manifestatie van spierspanning of ontspanning (wat emoties meestal alleen maar zijn) is namelijk HET materiaal om mee te spelen.

Emoties, ze zijn misschien wel het best te vergelijken met de brandstofraketten van de spaceshuttle. Ze zorgen dat de shuttle omhoog gaat en eenmaal los van de aarde hebben clowns ze, net als de shuttle, niet meer nodig om hoogte te blijven houden.

zaterdag 22 oktober 2016

De grap van het bestaan



Humor is in weze tot één thema terug te herleiden: De grap van het bestaan. “Zie mij en ik besta!

In een kamer van een ziekenhuis ligt een tiener, Ipad tegen haar opgetrokken bovenbenen, armen onder haar hoofd. Ik sta bij de deur. Ik zie haar. Ik doe het ook: mijn armen onder mijn hoofd. Het meisje lacht.
In een andere kamer staat een peuter voor het raam van haar deur. Haar handje op het glas, waarmee ze slaat als ik langsloop. Ik zie haar. Ik doe het ook, ik leg mijn hand tegen het glas en sla ermee tegen het raam. Ze lacht en doet het nog eens. Ik doe het ook nog eens. Ze lacht  heel hard en kan er niet meer mee stoppen. Ik ook niet meer.                                                                                          
In een kamer verderop poetst een moeder na de lunch met een doekje, het gezicht van haar zoon. Ik zie haar. De jongen heeft een verstandelijke beperking. Ze zijn hier al vier weken. Ik ga op de rand van zijn bed zitten en pak een rood voile doekje uit mijn zak. Ik doe het ook, ik poets het gezicht van haar zoon. De moeder kijkt naar me en lacht.
In de supermarkt, die middag zie ik mijn grote dochter bij het broodbeleg staan. Ze leest de achterkant van een pot chocoladepasta. Ik zie haar. Ik ga onzichtbaar naast haar staan. Ik doe het ook, ik lees de achterkant van een pot chocoladepasta. Ze kijkt plotseling opzij. Ik ook. We zien elkaar en lachen, om de grap van het bestaan.

zondag 25 september 2016

Ik vraag mij af.. (1)



Ik vraag mij af, hoe dat voelen toch gaat. Hoe komt het toch dat we zo regelmatig 'denken' dat we voelen. Wát voelen we dan precies en wáár voelen we wat, in ons lijf? In welke mate bemoeien onze gedachten zich met ons gevoel? Kunnen we met ons hoofd voelen en met ons lijf denken?

(Eerste clownsles, 9 september 2013, beginners) 
De oefening: "Je komt op, gewoon zo je bent, van achter een schot. Het publiek geeft je applaus. Je ontvangt dit applaus en verdwijnt weer achter het schot wanner je wilt gaan".

"Wat voelde je?' 
"Ik voelde dat ik met mijn aandacht naar mijn buik ging".
 "Waar merkte je dat dan aan?' 
-stilte-
 "uhh, dat het zakte, hier (leerling maakt met opengedraaide hand wiegende beweging laag voor de buik). Soms voelde ik dat mijn aandacht omhoog ging (wijst naar haar borst).
"Waar merkte je dat dan aan?' 
-stilte-
"Uh, aan mijn ademhaling, die ging sneller en ik voelde dat mijn hart sneller ging kloppen"
“Ben je bang?” 
“Nee, dat denk ik niet.”

Of deze: Twee deelnemers drinken voorafgaand aan de les samen koffie. Ze praten met elkaar. Ik vang een stukje van het volgende gesprek op: 
De ene:"neee, ik voel niks, of ik weet niet wat ik voel, er gebeurt niets in mijn lijf." 
De andere: "Ik wil zo graag mijn hoofd leegmaken, niet nadenken, gewoon vanuit gevoel spelen"
Ik weet het niet hoor, dat voelen en dat denken en het verschil hier tussen, is het allemaal wel zo duidelijk te onderscheiden? Soms denken we dat we voelen en soms voelen we dat we denken. Dat laatste heb ik zo nu en dan. 

Hoofdpijn heet dat.